Bontkraag

Frederieke Leeflang, voorzitter van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), legt haar functie neer na ‘aanhoudende klachten over haar bestuursstijl’ die de oorzaak was van een onveilig werkklimaat met intimidatie en verbaal geweld. Zelf beweerde ze dat ze zich niet grensoverschrijdend had gedragen en dat de onvrede waarschijnlijk kwam door de veranderingen die ze aan het doorvoeren was. Vrijwel tegelijkertijd lag een andere omroepvrouw, mediadirecteur Willemijn Francissen van de NTR (Andere Tijden, Elixer, Nieuwsuur, Het Sinterklaas Journaal), onder vuur vanwege ‘falend en soms ook destructief leiderschap’ en een ‘angstcultuur waarin medewerkers zijn gepest, buitengesloten en genegeerd’ waarvan ze de gevolgen ondervonden in de vorm van ‘stress, verdriet, trauma en rouw’. Dit en nog veel meer staat allemaal in een uitgebreid rapport van Decoz & Co, een onafhankelijk onderzoek- en adviesbureau voor de aanpak van ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. Ook in de affaire rondom Frederieke Leeflang zijn ongetwijfeld externe consultants opgetrommeld waardoor de indruk gewettigd lijkt dat misstanden in de maatschappij de basis zijn voor een aantrekkelijk verdienmodel in de raadgevende sector waarvan ook de papierfabrikanten en drukwerkleveranciers uitbundig meeprofiteren. Eigenlijk is dat misschien wel een nog veel grotere schande dan wat de verdachten zouden hebben misdaan. Het kon wellicht wel wat minder met het opzichtige gemak waarmee duurbetaalde deskundigen van buitenaf worden ingevlogen om hun luxe licht te laten schijnen over suspecte praktijken in vrijwel alle takken van de samenleving en hun chique oordeel te bundelen in een trendy brochure met de illusie, de elegance en de allure van een glossy reisgids. Zo hebben de talrijke publicaties inzake de dubieuze mondkapjesdeal tijdens de coronacrisis inmiddels vele miljoenen meer gekost dan de bedragen die de ondernemers ermee verdiend zouden hebben, terwijl duizenden slachtoffers van het toeslagenschandaal allang financieel gecompenseerd hadden kunnen zijn als er niet zoveel commerciële partijen beter waren geworden van hun meegepikte graantjes uit de bemiddelingsruif. Een andere opmerkelijke bijvangst is het gebruik van het begrip ‘bontkraag’ in deze context, waarmee de onderzoekers het beeld beschrijven ‘van een machtige mediadirecteur die zich met een kring van loyale personen op eveneens hoge posities had omringd achter wie ze zich verschuilde’. Overigens was er binnen de ‘bontkraag’ van Decoz & Co kennelijk geen ruimte voor hoor en wederhoor van en met Willemijn Francissen die dus helemaal niet aan het woord komt. Dat is niet alleen uiterst onfatsoenlijk en hoogst opmerkelijk, maar het roept op z’n minst ook vragen op over de al dan niet serieus te nemen betrouwbaarheidsstatus van het rapport. Ik raad het antwoord al: ‘Vanwege omstandigheden van budgettaire en organisatorische aard zagen de onderzoekers helaas geen mogelijkheden om de mediadirectrice in een persoonlijk onderhoud te ontmoeten teneinde haar enkele vragen voor te leggen waardoor haar aandeel in dit onderhavige document ongesondeerd zal blijven’. Oftewel: het geld was op – wat met zulke uurtarieven geen wonder is.


Copyright Peter Bonder.