Het tasjesvrouwtje
Het overkomt ons allemaal wel eens, een opmerking waarvan we meteen denken: oei, die had ik misschien beter niet kunnen maken. Voor ons gewone stervelingen is het dan een kwestie van bukken of bidden en hopen dat het vanzelf overwaait. Voor mensen in een leidinggevende positie kan het leiden tot een hoop ellende, zeker nu elk woord op een gouden schaaltje wordt gewogen en zelfbedachte grenzen steeds elastischer worden opgerekt en met het effect van een katapult zogenaamd gemakkelijker worden overschreden. Vraag het maar aan Han van Krieken, die drie weken voor zijn pensioen noodgedwongen moest stoppen als rector magnificus van de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar hij half oktober tijdens de feestelijke viering van het honderdjarig jubileum op gepaste wijze afscheid zou nemen. Het kwam er niet van vanwege een ongelukkige formulering tijdens een terloopse ontmoeting op een wintermarkt in 2017, waar medewerkers van de universiteit spullen verkochten. Van Krieken liep langs een kraampje van een vrouw die tasjes had gemaakt van bont. Het was in de periode dat de ‘conceptuele’ kunstenares Tinkebell in het nieuws was vanwege de lugubere creatie van een tas uit de huid van haar kat. Had hij dat woord maar gebruikt, dan was hem waarschijnlijk veel misère bespaard gebleven, maar hij vroeg: ‘Heb je die van je eigen poes gemaakt?’ Aanvankelijk leek er niets aan de hand, maar toen ze elkaar een paar weken later weer tegen kwamen liet het gekwetste tasjesvrouwtje hem weten dat ze zijn uitlating seksueel getint vond. Hij schrok daarvan, vertelde haar over zijn associatie met de tas van Tinkebell en bood zijn excuses aan. Die werden door haar aanvaard en, zo zei ze nog, dus hou dit vast: ze was blij dat ze het hadden uitgesproken.
Anderhalf jaar later (!) kreeg een externe klachtencommissie een brief waarin het gekrenkte tasjesvrouwtje alsnog melding maakte van de opmerking en aangaf dat ze zich er onprettig bij voelde, vooral omdat ze deze als overrompelend had ervaren – anderhalf jaar later. De onderzoekers gingen met haar mee en vonden de omschrijving seksueel intimiderend, zeker uit de mond van iemand die hoger op de ladder van de hiërarchie stond. Enfin, lang verhaal kort: de rector magnificus kreeg een waarschuwing, met de afspraak dat deze maatregel niet openbaar zou worden gemaakt. Eind goed, al goed? Nee, want u raadt het al: het bleef het gekreukte tasjesvrouwtje dwars zitten (wacht even, misschien moet ik dit anders formuleren) dat Van Krieken nog steeds in functie was en zes jaar (!) na het incident liep ze naar De Gelderlander met het verhaal dat ze inzake haar klacht niet serieus genomen werd en dat de universiteit het voorval binnenskamers wilde houden. En zo kwam de rector magnificus met de rug tegen de muur te staan: het was haar verhaal tegen zijn opmerking geworden en hij zag geen andere uitweg dan het besluit te nemen om terug te treden. Hij wilde de viering van het jubileum, en dus nota bene ook zijn eigen afscheid, niet belasten met publiciteit rondom zijn persoon. Intussen gaven de dappere moraalridders vermomd als bloeddorstige keurslagers hem ook nog een trap na door te verklaren dat ‘de eerste aandacht uitgaat naar de medewerker op wie het gebeurde zoveel impact heeft’. Wie dat leest is het hopelijk met me eens dat mijn diepe hoop bewaarheid wordt dat het enige echte slachtoffer (de man) er een onbeschoft en extreem hoog smartegeld uit heeft weten te slepen. En verder is er maar één conclusie mogelijk: Han van Krieken is een heer. Dat wil ik overigens ook proberen te zijn, dus u gaat hier niet lezen wat ik van dat gekwelde tasjesvrouwtje moet vinden. Het zal ook vast wel een waardeloos kuttasje geweest zijn.
Copyright Peter Bonder.
Kijk ook op www.twentesport.com.