Satire
Satire is volgens mij het bericht dat Gordon tegenwoordig relatie-adviezen geeft. PVV-minister Barry Madlener die zegt dat een fatbike ‘een fiets met dikke banden’ is: satire. Idem dito: Joey Veerman, voetballer van PSV, die zich afvraagt waarom de grote clubs niet voor hem in de rij staan. Herman Brusselmans is een Belgische schrijver die volgens velen de ‘satirische provocatie’ niet uit de weg gaat. Voor het blad Humo schreef hij een column waarin hij beweerde dat het beeld van een Palestijns jongetje dat om zijn onder het puin liggende moeder schreeuwt hem zo woedend maakt dat hij ‘iedere Jood die hij tegenkomt een puntig mes door de keel wil rammen’. Daar kwam de nodige ophef over en na lang twijfelen heeft de Humo-redactie nu erkend dat ze met het plaatsen van deze column een inschattingsfout heeft gemaakt: ‘Het is zonder twijfel niet de meest briljante passage uit het rijke oeuvre van Herman Brusselmans, en al evenmin de meest verstandige of verfijnde. En helaas bevat ze een zinsnede die heel makkelijk verkeerd begrepen kan worden.’ Maar helemaal afvallen doen de Belgen hun landgenoot niet, liever geven ze hem het voordeel van de twijfel: ‘Want wie de volledige gedachtegang van Brusselmans’ column volgt, moet wel concluderen dat die nooit of te nimmer écht een puntig mes zou gebruiken.’ Oké, geen puntig mes, maar dus wel een stomp, bot of raspig exemplaar en dan kun je je afvragen of de redactie van Humo zich ervan bewust is dat je daarmee nog veel meer schade kunt veroorzaken. Het zal dus geen freudiaanse verspreking zijn geweest, of juist wel? Ziedaar ook het dilemma in de nasleep van deze affaire.
Schrijver Arnon Grunberg, mede-columnist bij Humo, kon zich niet vinden in de omschrijving ‘satire’ en diende zijn ontslag in. Daarbij legde hij de nadruk op het feit dat hij absoluut voor een zo ruim mogelijke opvatting qua vrijheid van meningsuiting is: ‘Ik zou het recht van neonazi’s om te demonstreren verdedigen, maar dat betekent nog niet dat ik ook mee hoef te lopen in hun demonstratie.’ Eerder baarde hij opzien met een uitspraak in zijn 4 Mei-Lezing van 2020: ‘Als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het over mij’. Daarmee wilde hij een beeld schetsen van de trend in de samenleving om het niet over een individu te hebben, maar meteen een hele bevolkingsgroep als zondebok aan te wijzen. De genuanceerde drijfveren van Arnon Grunberg zijn fatsoen, tolerantie en solidariteit en daarmee maakt hij zich schuldig aan onbaatzuchtige wellevendheid in de ogen van veel Nederlanders die so wie so niets van hem moeten, laat staan kunnen hebben. Hij is bij voorbaat verdacht, net als die andere publieke figuren die zich tegen de kolkende stroom van de hetzende meute als onafhankelijke denkers presenteren: Bas Heijne, Connie Palmen, Boris Dittrich. Met alle ongemakken van dien, want wat ze ook zeggen, ze krijgen onmiddellijk de volle laag bagger over zich heen in het open riool van de sociale media. Argumenten tellen niet, de onderbuik houdt niet van intelligentie, idealisme en integriteit. Mentale hygiëne is niet gezellig, lomp cynisme is het parool, we luisteren liever naar Johan Derksen, de huisprofeet in de tabernakel van de inquisitiezender die autonome eigenaren van gezond verstand en een mening die afwijkt van zijn zompige moddervisie consequent wegzet als verwende zeikerds, goedkope pseudo-filosofen en gemankeerde beroepsquerulanten, vooral als ze een kleurtje hebben. De Toppers zijn de norm voor goede smaak, Albert Verlinde is de nieuwe Dries Roelvink in zijn gele zwembroek en Jack van Gelder zijn zonnebankbruine badmeester. Bekijk dit filmpje maar eens goed. En dan durven ze nog te beweren dat die arrogante, elitaire, irritante Grunberg zich niet zo moet aanstellen. Waarmee ze eigenlijk willen zeggen: zijn smerige muil dicht moet houden.
Copyright Peter Bonder.
Kijk ook op www.twentesport.com.