Stadia

Polsstokspringer

Als hij niet van Surinaamse afkomst was geweest dan had Humberto Tan een broer kunnen zijn van de Franse polsstokspringer die met zijn enthousiaste jongeheer de lat toucheerde. De sympathieke presentator heeft op dat onderdeel namelijk ook een reputatie staande, om niet te zeggen hoog te houden. Zo zal hij voor velen vooral bekend staan vanwege het feit dat hij zich terug vond ‘in de opening van het NOS Journaal’ tijdens zijn buitenechtelijke relatie met Dionne Stax toen die nog nieuwslezeres was. Dat zal vermoedelijk ook de enige periode zijn geweest waarin hij tijdelijk en geheel vrijwillig afstand deed van zijn titel ‘best geklede Nederlander’. Intussen is hij ook van zijn vrouw af, al blijven ze ‘partners in het leven’ en staat hij volgens de boulevardpers ‘open’ voor een nieuwe liefde. Al met al mag het een wonder heten dat de man nog tijd heeft voor zijn werk om achter een tafel te gaan zitten met een microfoon erop. Tijdens de Olympische Spelen in Parijs kwam hij dagelijks op RTL4 langs in een programma dat aanvankelijk was bedoeld als reïncarnatietherapie voor Matthijs van Nieuwkerk, maar die kwam vanwege nieuwe onthullingen van grensoverschrijdende aard niet door de definitieve ballotage. Daardoor zullen we nooit weten wat hij er van gemaakt zou hebben, maar gelet op zijn obsessieve fixatie met en pathetische passie voor Frankrijk in het algemeen en Parijs in het bijzonder kunnen we ons daarvan wel een voorstelling maken. Zet hem bij een roestige kerkhofpoort naast de overwoekerde graftombe van een obscure minstreel en hij begint spontaan een aantal totaal onbekende coupletten te reciteren, wat hem dan weer het voordeel van de voorsprong verschaft dat niemand hem op waarheid kan controleren laat staan corrigeren, terwijl hij met een halve fles zure wijn en een beschimmelde baguette tussen de clochards naast Rob Kemps onder een brug aan de oever van de Seine ligt te oreren.

Humberto Tan pakte het anders aan en ging voor de Hélène Hendriks-variant: van alles wat en daardoor eigenlijk helemaal niks. Hij had een aantal vaste side-kicks om zich heen verzameld zoals Frank Evenblij en Peter Heerschop en die kun je wel om een boodschap sturen. Het was allemaal al honderdduizend keer vertoond, maar ze deden het met een aandoenlijke toewijding die zelfs enige beroepsmatige opwinding suggereerde. En dat kon helaas niet gezegd worden van de bijdragen die de twee vrouwelijke stamgasten leverden. Irene Schouten zat er bij als de Mona Lisa uit het aanpalende Louvre, met een gebeitelde glimlach die geen moment van haar mondhoeken week, maar op een zinnig woord van enige importantie hebben we haar niet kunnen betrappen. Dat is niet erg, ze kon geweldig schaatsen, maar zet haar dan niet op die plek neer. Zoals je je ook kunt afvragen wie bedacht heeft dat het ook wel een goed idee leek om Tess Lieder, onder haar meisjesnaam Tess Wester bekend als onverschrokken keepster van de Nederlandse handbaldames, een eigen rubriekje te geven. Die kan namelijk echt helemaal niets behalve ballen tegenhouden, wat ze tijdens haar carrière dan ook heel behoorlijk deed. Daar had ze het bij moeten laten, wat voor iedereen beter was geweest. Haar optredens in deze shitshow waren tenenkrommend slecht en tranentrekkend dom. Het dieptepunt viel wat mij betreft toen ze het had over de ‘verschillende stadia’ die speciaal voor de Olympische Spelen waren gebouwd. Dus, om nog even op het begin van dit stukje terug te komen: deze lat was voor haar toch echt veel te hoog gelegd. En dat klinkt net zo lullig als dat ik het bedoel.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.