IJskastcoalitie
Winston Churchill was minister-president in het oorlogskabinet (1940-1945) van Engeland toen een parlementariër hem voorstelde om schilderijen te verkopen en met de opbrengst daarvan nieuwe wapens aan te schaffen. Zijn reactie was duidelijk: ‘For God’s sake, what are we fighting for then?’ Voor Martin Bosma, de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer, zou het antwoord anders luiden. Zijn visie op kunst en cultuur komt in het kort op neer op het ontmantelen van de NPO, het sluiten van musea en het afschaffen van subsidies. Niettemin had hij nog wel de euvele moed om na zijn benoeming een gedicht van Gerard Reve voor te dragen met de omineuze titel ‘Dagsluiting’:
Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt zoals ik U.
En het kwam niet door de tekst, maar de verliezende partijen zaten er bij alsof ze zojuist zonder verdoving een wortelkanaalbehandeling bij de tandarts hadden gehad. Wat evenwel niet wegneemt dat dit gedicht dus plechtig en met droge ogen werd opgelezen door dezelfde man die vlak voor de verkiezingen de volgende electorale drek afscheidde richting de links stemmende gemeenten: ‘Zou het niet mooi zijn als deze mensen gewoon krijgen waar ze om vragen? Veel azc’s in hun dorp, met de daarbij behorende overlast.’ Het was een voorschotje op de nieuwe wind van de valse lucht uit de grote bek in het lege hoofd. Wat dat betreft is het een jammerlijke aderlating dat het nepparlement van Martin Bosma juist nu verder moet zonder het PVV-lid Sietse Fritsma, die er continu rondliep alsof hij met een permanente ochtenderectie van doen had. Nu snapt u dus ook waarom de man uit Franeker de bijnaam van Friese doorloper droeg. En nu wil ik niet zover gaan om te beweren dat je een Grutte Pier in je kruis overeind moet kunnen houden om in het Haagse hengstenbal je mannetje te staan, de laatste weken vraag ik me wel steeds vaker af aan welke voorwaarden je moet voldoen om in dit land een bestuursfunctie te mogen vervullen.
Dat gevoel overviel me des te meer toen ik las dat onze belangrijkste politici gedurende een daarvoor gereserveerde periode van zeven (!) weken gaan praten over een PVV Soft in de vorm van een Grondwet Light, waarin al naar gelang de actuele politieke willekeur naar believen kan worden geshopt, om de voorraad artikelen na een aantal jaren onder een ander regime weer in te ruilen voor een nieuw magazijn aan verse opties. Als dat democratie heet, dan zijn de republikeinse bananen in de aanbieding voorlopig niet aan te slepen, maar terwijl u nog denkt dat het in Den Haag toch heus niet zo’n vaart zal lopen, worden achter de schermen de conceptuele contouren van het nieuwe regeerakkoord al voorzichtig opgetimmerd. En hoewel we zeer waarschijnlijk in de persoon van VVD’er Ruben Brekelmans een staatssecretaris voor asieltsunami’s krijgen, die het ‘uitsmeren’ van vluchtelingen tot zijn persoonlijke missie heeft uitgeroepen, alsof het om pindakaas of chocopasta gaat, zal het toch wat onsympathieke want historisch beladen bruin niet de huiskleur van het nieuwe kabinet worden. Nee, het zou best eens kunnen dat de witgoedbranche de denkbeeldige sponsor wordt, want we stevenen regelrecht af op een ijskastcoalitie, met voldoende laadruimte voor de tijdelijke opslag van de vele onwelgevallige standpunten die vanwege de ongrondwettelijke status een traditionele samenwerking in de weg staan. Maar voordat we daaraan kunnen beginnen, moet Pieter Omtzigt eerst alles tot op vier cijfers achter de komma’s doorgerekend hebben en tegen die tijd is het december, van het jaar 2025. Misschien een mooie gelegenheid voor onze volstrekt onpartijdige cultuurliefhebber Martin Bosma om dan het volgende gedicht van Gerard Reve voor te lezen:
Gezicht op kerstmis (Amsterdam, december 1963)
Herfstnevels. De nutteloze geilheid der namiddagen De getuchtigde kapper. De geknielde pianist. Een opbeurend woord hier, een kwinkslag daar, zo gaat het tenslotte, het leven stelt zijn eisen, En, tussen twee invallen van de politie, de dichter Of schrijver, of allebei, of geen van beide, S.V., Die mij verzoekt, hem te vereeuwigen in een geschrift. Ik wil een gedicht schrijven op God zijn verjaardag:
Wanhopig drinkend onder keukenlicht Zie ik u buiten, Zegevierende, Zoon, die de Dood zijt, Troost, Vergetelheid.
Copyright Peter Bonder.
Kijk ook op www.twentesport.com.