Gunfactor

Er wordt deze dagen veel geschreven over de gunfactor als belangrijk onderdeel in de campagnestrategie van politici. Zo wordt Henri Bontenbal een hoge mate aan positieve vibes toegedicht, en ik kan daar wel een heel eind in meegaan, al lijkt me dat vooral een feit omdat hij met zijn gemillimeterde CDA, ooit goed voor 28 zetels, geen acuut gevaar voor de andere partijen vormt en dan is sympathie toch een wat makkelijkere weggever op de schaal van mededogen. Lilian Marijnissen probeert het intussen op haar manier met een reportage in de Playboy en, nee: ik ga dat niet lezen. Veel mensen veinzen dat ze dat blad alleen voor de interviews kopen, en toch heb ik nog nooit ergens gelezen dat een gesprek met de Playboy iets om het lijf heeft, ook zonder nietjes in je navel. Op die twee kardinale punten is de gunfactor dan weer wel uitstekend besteed aan Jutta Leerdam, onze schaatsbabe van internationale allure, vooral sinds haar verkering met Jake Paul, een Amerikaanse profbokser met een rauw rafelrandje. Na hun samenzijn in Thialf, waardoor de temperatuur in ons nationale ijspaleis tot ver boven het vriespunt steeg, verklaarde ze als een smoorverliefde bakvis: ‘Het slaat natuurlijk nergens op hoeveel moeite hij in mij stopt, superschattig.’ Het zijn woorden die iedereen doet ontdooien, zeker wanneer de goede verstaander daarbij in aanmerking neemt dat hij, als hij tenminste verstandig is, niet alleen moeite in haar stopt.

Over moeite gesproken: persoonlijk had ik qua gunfactor altijd de grootst mogelijke problemen met figuren als Ischa Meijer, Ramses Shaffy en Willem Ruijs. Over eerstgenoemde is onlangs een biografie verschenen en wat heb ik een medelijden met degene die die geschreven heeft. Volgens mij waren er namelijk geen grotere aanstellers dan dit trio lawaaipapegaaien dat het maar om drie dingen ging: aandacht, aandacht en nog eens aandacht. Van de huidige generatie druktemakers komt Matthijs van Nieuwkerk wat mij betreft dichtbij de hoogste uitsloofmedaille, met zijn iets te uitbundig geacteerde voordrachten en de dosis goedkope pathetiek uit voorraad leverbaar. Youp van ‘t Hek verkeert in de gevarenzône als hij weer eens zingt over zijn favoriete stek tussen de clochards onder een brug over de Seine, met een fles zure wijn en een beschimmelde baguette. Gá dan, denk ik op zulke momenten, maar dan kiest hij natuurlijk toch weer voor de comfortabele ambiance van een seizoenkaart in de Johan Cruyff Arena en daarmee kom ik bij een persoon die in mijn ogen wel de gunfactor verdient: Ajax-trainer Johan van ‘t Schip, waarbij dan weer de opmerking op zijn plaats is dat zijn club daarmee misschien wel wat minder klef mag omgaan.

Ik heb namelijk altijd begrepen dat de kleedkamer een no-go-area is voor citerende journalisten en toch weet iedereen dat hij in de peptalk voor zijn eerste wedstrijd de motiverende woorden van zijn overleden vrouw heeft gebruikt. Dat je dat puur voor de sensatie naar buiten laat brengen is bijna net zo ranzig als wat de organisatie van de klimaatmars in Amsterdam afgelopen zondag deed: een op zich nobel doel misbruiken voor politieke propaganda. De dappere meneer in dat groene (!) jasje die de milieumartelares Greta Thunberg de microfoon afpakte, was voor mij de held van de middag. De grimmige mevrouwen met die gezellige Arafat-sjaals belichaamden als twee boze feeën het hellewichtige heksenkringkarakter van deze bijeenkomst, die de milieubeweging meer kwaad dan goed zal hebben gedaan. Nogmaals: met de doelstelling op zich is niet zo heel veel mis, maar om die missie nou te koppelen aan de belangen van één partij in een uitzichtloos conflict, is niet alleen een kwalijk geval van dingen door elkaar halen en geen mogelijk begin van een eventuele oplossing, maar ook een voortijdig einde aan elke discussie en geen plausibel argument om een demonstratie te kapen. Het wordt de hoogste tijd om iemand tot Persona Non Greta te verklaren. De houdbaarheidstermijn van haar gunfactor is zo langzamerhand wel een keer verlopen. Ze zouden haar, in een variant op de XR-formule, áchter een schilderij moeten plakken. Of achter het behang.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.