Cultuur

Onze auto is vernoemd naar Picasso, oftewel Pablo Diego José Francisco de Paula Juan Nepomuceno María de los Remedios Cipriano de la Santísima Trinidad Ruiz y Picasso zoals zijn volledige naam luidt. Ik vind dat eigenlijk niet kunnen, een auto die Picasso heet. Het is een stuk blik met vier wielen en je komt er mee van A naar B, heel veel meer is het niet. En om dat nou op één hoogte te zetten met een kunstwerk als Guernica, van een man aan wiens monumentale erfenis alleen al in Europa zeven (!) musea zijn gewijd. Ik hoop dan ook van harte dat de erven Picasso die Franse autozigeuners een flinke poot uitgedraaid hebben om diens naam te mogen voeren. Als je de kunst zonodig wilt misbruiken, dan moet je er ook maar flink voor bloeden. Maar er zijn wel meer sectoren waar ze zichzelf schromelijk overschatten.

Zo las ik dat cabaretière Claudia de Breij (vooral bekend vanwege het braakmiddel ‘Mag ik dan bij jou?’ waarop bij ons thuis uit volle borst steevast ‘Néé!’ geroepen wordt) een boek heeft geschreven over prinses Amalia, die op 7 december 18 jaar wordt. Ze hebben elkaar gesproken over haar schooltijd, haar liefde voor muziek en haar passie voor paarden. Of er ook aandacht is besteed aan de voordelen van een dieet, vermeldt het persbericht niet, maar daar gaat het mij ook niet om. Mijn bezwaar is dat dit soort serieus te nemen schrijfarbeid vroeger nog wel eens uitbesteed werd aan een echte auteur. Renate Rubinstein maakte in 1985 een portret van Willem-Alexander, Hella Haasse deed in 1956 iets vergelijkbaars met Beatrix en zou haar in 1988 ter gelegenheid van haar vijftigste verjaardag nog eens interviewen voor de televisie. De resultaten waren navenant, waar we bij dit gansje van de schoolkrant moeten vrezen voor het ergste.

Maar het kan altijd nog verwoestender. In een reportage over de restauratie van De Nachtwacht gaat de NRC ook even langs bij Dick de Boer, de creatief directeur van Matix Souvenirs in Volendam, leverancier van diverse producten voor de winkel van het Rijksmuseum: ‘Rembrandt leent zich trouwens slecht voor merchandising: veel te donker. De frisse en vrolijke Van Gogh-kleuren doen het op magneten, bekers en sleutelhangers veel beter.’ Hij vergeet de suikerzakjes, de placemats en de asbakken, maar de conclusie is even duidelijk als bedroevend: de kwaliteit inzake de bewaking van de cultuur in Nederland ontstijgt niet het niveau van de Keuken Kampioen Divisie. Het moet fris en vrolijk zijn, anders verkoopt het niet. Top Oss is de norm. En Picasso is een auto.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.