Theo van Gogh
Gisteravond moest ik met mijn zoontje voor de training van Oost C bij Upward in Arnhem zijn. Ik had wat leesvoer meegenomen, want twee uur langs de lijn staan was niet mijn bedoeling. In de rugzak zat onder andere een uitdraai van de meest recente column, die Theo van Gogh had geschreven voor zijn website “De Gezonde Roker”. Die staat op mijn PC bij de favorieten en ik moet zeggen: je wist wel wat je aan hem had. Radicale moslims vond hij geitenneukers, Pim Fortuyn de Goddelijke Kale, linkse politici achterlijke pygmeeën en een voorvechter van de islam een pooier van de profeet.
Ik bedoel maar: Theo draaide er niet om heen, maar hij kon ook verschrikkelijk grappig en onthutsend eerlijk uit de hoek komen, met een sterke neiging tot absolute openheid en relativerende zelfspot. Een grote bek met een klein hartje. Het stukje waarin hij zich als (medisch noodgedwongen) ervaringsdeskundige mengde in het debat over de besnijdenis van de man, mag wat mij betreft integraal worden opgenomen in het handboek voor columnisten. Zelden zo gelachen. En wat ontzettend triest dat hij er nu niet meer is. Het nationale debat is een prominente deelnemer kwijt.
Soms had je het idee dat hij het er ook wel een beetje om deed. Zuigen, sarren, provoceren. Schelden, poken, raggen. Irriteren om te irriteren. Als ze maar reageerden, daar ging het hem om. En dat is in wezen natuurlijk ook de essentie van een column. Ik krijg regelmatig commentaar in de mailbox, en daar zitten soms wat minder leuke teksten bij. “Ik weet je te vinden” was er zo één, waarop ik via de reply-knop “Ik jou nu ook” terugkaatste. Nooit meer iets van gehoord en dat geldt vanaf nu dus helaas ook voor Theo van Gogh. Het is stil aan de overkant.
Copyright Peter Bonder.
Kijk ook op www.twentesport.com.