Lotgeval

Vorige week gehoord op de radio: de presentatrice van een belspelletje vraagt de luisteraars te reageren want “Laat maar weten of ik aan het goeie eind zit”. Ook heel aardig: volgens een deelnemer aan de discussie in Standpunt.nl moesten we inzake de status van de Antillen “de boezem in eigen zak steken”. Nu wordt er in dat programma wel meer onzin verkocht, dus dit was misschien wel kenmerkend voor het niveau waarop we in dit land de problemen aanpakken, maar het was tegelijkertijd toch ook tekenend voor de staat waarin we met z’n allen zijn komen te verkeren: we lullen maar wat, het maakt toch niet uit, niemand die het in de gaten heeft (behalve die zeikerige azijnpieser van Linksbek.nl). Luister maar eens naar de dames en heren politici in deze verkiezingscampagne: eerst het zuur en dan het zoet, eerlijk zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij en - vooral - zo gaan we niet met elkaar om. Oeps, zei Jip. Tja, zei Janneke.

Ach ja, die taal van ons: een ongeluk zit in een klein hoekje. Neem nou de journalistiek. Je bent verslaggever van de Twentsche Courant Tubantia, maakt voor het maandagse sportkatern een verhaal van de wedstrijd tussen FC Utrecht en FC Twente, stelt terecht dat onze jongens vergeten zijn om de volle winst mee naar huis te nemen en dus twee kostbare punten verspeeld hebben zodat de ploeg na afloop met een lotgeval in de touringcar kroop. Met een wát? Met een lotgeval, jawel. Daar ga je dan met je professionele reportage. Ik kan me voorstellen dat de betreffende journalist na lezing van zijn stuk met een rotgevoel achter zijn computer kroop. En of de duivel er mee speelt: zojuist krijg ik via de digitale nieuwsbrief van de Schalke-fanclub een mailtje, dat er voor de busreis naar de thuiswedstrijd van aanstaande zaterdag tegen Mainz nog zes staanplaatsen beschikbaar zijn. Mooi is dat: met de bus naar Gelsenkirchen en al die twee uur nog moeten staan ook.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.