Korte werkonderbreking

Eén van mijn elftalgenoten is een Engelsman, die via zijn werkgever in Dortmund is blijven hangen en daar een grote fan van de lokale Borussia is geworden. Vorig jaar nodigde hij me uit voor de Kohlenpott-Derby tegen Schalke en na een gepflegtes Bier in zijn favoriete Kneipe liepen we naar het Westfalen-Stadion, hij met zijn zwart-gele cap en ik met mijn blauw-witte sjaal. We kwamen terecht in het Schalke-vak en daar werden we onmiddellijk apart genomen door een steward, die ons op hoge toon uitlegde, dat dit absoluut niet kon. Hij liet ons de keus: of hij zette zijn Dortmund-petje af, nota bene bij zijn “eigen” thuiswedstrijd, of hij kwam er niet in. Uiteindelijk kozen we voor het eerste, maar de lol was er voor ons al af nog voordat de wedstrijd begonnen is.

Een ander voorbeeld, ook uit het vorige seizoen. De tegenpartij scoorde in het Arke Stadion (wat overigens helaas vrij veel voorkwam) en een meegereisde supporter sprong juichend op om de goal te vieren. Even later zag hij zich hij omringd door enkele Twente-fans, die hem wel even duidelijk zouden maken, dat dit dus niet de bedoeling was. Het liep verder niet uit de hand en uiteindelijk werd het incident gesust, maar ik was niet de enige, die het tafereel met gemengde gevoelens bekeek. En dan heb ik het nog niet eens over de vraag, hoe deze helden het zouden vinden als zij net zo werden behandeld bij een doelpunt van FC Twente in een uitwedstrijd (wat overigens een vrij hypothetische aanname is).

Het nieuwe voetbalseizoen is nog maar nauwelijks begonnen of de zogenaamde supporters en de zelfbenoemde deskundigen hebben hun gewenste portie aan media-aandacht alweer ruimschoots gehad. Toch is er één partij nog niet aan het woord geweest, terwijl die volgens mij toch geen onbelangrijke rol in deze speelt, en dat zijn de voetballers zelf. Zij lijken mij immers als geen anderen in staat om de paar raddraaiers onder al die duizenden oprechte liefhebbers duidelijk te maken, dat we het Hamas-gesis, het aso-gedrag en de kogelbrieven meer dan zat zijn. De spelers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en in actie komen. Dus als de spreekkoren beginnen, lopen beide elftallen naar de middencirkel. Daar steken ze hun middelvinger op naar het betreffende vak. Vervolgens laten ze de broek zakken om de hooligans hun blote kont te tonen. En tenslotte maken ze collectief het bekende “dikke-lul-drie-bier”-gebaar. Moet u eens opletten hoe gauw het voetbal weer leuk wordt.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.